Er was een tijd dat ik gesprekken met vrienden na afloop helemaal opnieuw afspeelde in mijn hoofd. Om ze te fileren op fouten, dingen die ik verkeerd had gezegd of waar ik naar was vergeten vragen. Sindsdien heb ik ontdekt dat veel mensen dat doen. Er is zelfs een woord voor: ruminatie. Het is een anxiety ding, een poging tot controle misschien of het bezweren van een angst voor afwijzing (hoewel piekeren niet bepaald de beste remedie tegen angsten is).
Terwijl die sociale stress nu beter is, niet weg maar beter, schoot het me opeens te binnen dat ik tegenwoordig net hetzelfde doe maar dan met mijn dag als moeder. ‘s Avonds in bed maak ik de rekening op: waar was ik inconsistent vandaag, onberekenbaar, ongevoelig, ongeduldig of te streng. Waar heb ik mijn kinderen nu weer mee opgezadeld in de categorie onveilige hechting of wat je maar wil. Alsof ik een score bijhoud van wat ik allemaal goed moet maken. Maar de volgende dag is natuurlijk niet anders dan de vorige. Ik ben een mens en ik doe altijd al mijn beste best. Dat ís niet perfect maar dan bedenk ik me: opvoedkundige perfectie is een illusie. Daar loop ik nog veel meer tegenaan nu ik twee kindjes heb wiens noden elkaar vaak uitsluiten. Er zijn gewoon zo veel noden, en ik heb er zelf ook nog.
Mezelf meten aan de onhaalbare standaard van altijd geduldige, aandachtige, onverstoorbaar glimlachende moeder is dezelfde oude gesel in een nieuw jasje. Het lijkt wel alsof ik heel graag wil bewijzen dat ik niet deug, dat ik alleen rust en liefde verdien als ik ervoor werk, werk, werk en zelfs dan niet echt. Ik blijf tegen mezelf zeggen “ik ben genoeg,” ook al moet die mantra serieus opboksen tegen de lang en diep uitgesleten neurologische paden die exact het tegendeel declameren, jaar in jaar uit.
“Dat is niet eerlijk” zou mijn dochter zeggen. En ik zou haar gelijk geven. Soms ben ik mijn eigen grootste vijand. En dat is ook weer niet het rolmodel dat ik wil zijn, mezelf afstraffend met de microscoop erop, bij momenten zwelgend in spijt. Had ik dit of dat maar anders aangepakt. Spijt is zo’n verlammende emotie, je hebt er weinig aan. En wat dan nog, als ik even wat kort was, of niet inging op een ‘bid for connection’ (Gottman & Gottman), of mijn kind afwimpelde omdat weet je, al die noden. Net zoals een vriendschap niet zomaar implodeert omdat je een keer wat ongevoelig bent, verkloot je je kind niet als je hier en daar de bal eens misslaat op je leercurve. Voor elke gemiste kans is er genoeg dat ik wel goed doe. Dat mag best mee op de rekening.
(Omslagafbeelding: doorkijkje in de Koninklijke Serres van Laken)
Comments