Ik heb een hele doos vol met kaartjes van mijn bomma, die ze heel attent stuurde bij elke verjaardag en op elk kamp. Haar geschrift, ik vind het fijn ernaar te kijken. Het is een van de meest tastbare aandenkens aan iemands aanwezigheid. Zelf heb ik grote hoeveelheden volgekribbelde schriftjes waar mijn nageslacht me ongetwijfeld erg dankbaar voor zal zijn.
Maar als ik eerlijk ben kijk ik niet vaak in die doos met herinneringen. Ik weet dat ze er staat, op zolder. Da’s genoeg. Veel vaker neem ik deze kapstok vast, waar ze ooit eens een kledingstuk van mij op heeft bewaard dat ze voor de zekerheid toch maar even heeft genaamtekend, want met dat geheugen van haar. ‘Van ons Yannice’. Telkens ik dat lees gaat er een vleugje warmte door me heen. Ik hoor het haar nog zo zeggen. En hoewel dat een beetje bij ons dialect hoort geeft het me toch het gevoel dat ik ergens bij hoor. ‘Ons Yannice’.
Een leven geleden had een ik een gesprek met een medejobstudent. Ze zei dat ze liever niet sprak van ‘mijn lief’ omdat dat zo bezitterig klonk. Haar lief bleef zijn eigen persoon, vond ze, ook al waren ze samen. En ik snap de idee erachter wel. Alleen voelt het voor mij niet zo. Dat bezittelijk voornaamwoord vertelt mij dat ik thuis ben. Ook al staat het alleen maar op een kapstok.
(Dit is een repost van een Instagram post van 22 oktober 2023.)
Comments