top of page
Yannice De Bruyn

I didn't get the memo that I'm old

Al wandelend zag ik een verweerde boom ternauwernood vasthouden aan zijn laatste oranjerode blaadjes. In de lucht blauwgrijze wolken en zon tegelijkertijd. November. Op dagen dat het niet regent dansen de felle kleuren nog op je netvlies maar als je goed kijkt zie je ze stilletjes vervagen. Hoe meer bladeren er afvallen, hoe gedempter het kleurenpalet. Mosgroen, zacht oranje, en lichtbruin, met het diepe rood en bruin van het bladertapijt. Een lichte nevel in de verte.


Dit is het seizoen van verstilling, niet meer de overvloed van zomer en volle herfst maar een versobering. We paren het met gulle feesten maar tegelijk houd ik wel van die minimalistische boomsilhouetten, van de wolkjes die nu uit mijn mond komen en de kou die mijn hoofd leegmaakt. De natuur gaat in rust. Het is een afscheid, zoals die boom die, hoe hij zich ook over die laatste bladeren buigt, ze weldra zal verliezen. Dat romantische beeld, het doet me iets.


Het roept in gedachten wat me al een tijd bezighoudt. Dat dit seizoen van mijn leven, van de chaos en bruisende liefde van jonge kinderen, er ook een is van afscheid. Dat er voor al het nieuws dat ik verwelkom evenveel poorten zijn die ik achter me sluit. De grootouders van wie ik afscheid neem en met hen mijn jeugd. Een oude versie van mezelf die ik uitzwaai (en een gezicht zonder wallen). Alle levens die ik nooit zal leiden. Zelfs mijn kinderen, die zo snel veranderen dat ze een spoor van kleine persoontjes achter zich laten: ik mis hen allemaal.


Er zit spanning op, een contrast als een streep zonlicht bij donkere hemel. Vreugde om wat is en rouw om wat niet meer is. Soms wil ik terug naar vroeger. Wil ik zelf terug een kindje zijn en me geborgen voelen. Kijk ik in de spiegel en denk ik: hoe kom ik opeens hier? Niet dat ik zou willen ruilen. Ik ben blij hier. Maar hoewel ik al vier jaar mama ben overviel het me plots. Er is geen weg terug.


Misschien dacht ik dat het eeuwig zou duren. Zat ik gevangen in het momentum van twintiger zijn met een toekomst die nog vooral gedroomd kon worden, een leven dat steeds op beginnen stond. Nu ben ik in de zomer van mijn leven en vind ik de overvloed zowel inspirerend als overweldigend. Dit is het seizoen van creatie, van kinderen en van projecten. Het is een wervelwind van doen doen doen, met even minder ruimte voor lenterig ontdekken, voor proeven, voor vrijblijvendheid.


Die transitie zit ik middenin nu. Ik ben nog zoekende, naar vrede, een nieuw evenwicht. De geboorte van een moeder blijkt een lang proces dat doorwerkt tot lang na de geboorte van het kind. Het is de overgang van je eigen kindertijd naar zelf ouder zijn. Van ontvanger naar gever. Van verzorgd worden naar zelf de zorg dragen, de verantwoordelijkheid. Nu ben ik degene die later voor de rekening verschijnt. Niet meer de participant maar de bouwer, de architect, die de pijlers van hun jeugd uitzet, die tradities en rituelen creëert. Die van het huis een thuis maakt, voor altijd een veilige plek in hun herinnering. Met alle bekende spulletjes, geuren, geluiden. De manier waarop het licht binnenvalt.


Wij zoeken onze weg, samen. Wie wij zijn als gezin, wat we fijn vinden, waar voor ons het evenwicht ligt tussen kinderpret en waar we zelf aan opladen. Het kost tijd om dat uit te vlooien, het is iets wat je moet beleven. Niet enkel uitdenken maar ook uitproberen, doen. En dan nog eens, en nog eens. Zoals de jaarfeesten die ik een voor een introduceer, telkens iets toevoegend, tot we ze ons eigen maken door herhaling. Als ik bij mezelf zou binnenkijken, of wanneer ik later terugdenk aan ons gezinsleven, wat zou ik dan willen zien? Daarnaar blijven streven geeft me voldoening.


Er zijn dagen dat ik vasthoud, aan hoe het was. Dat ik me wil oprollen tot een bolletje kind tot iemand weer eens mij verzorgt. Dagen waarop groot mens zijn zo eenzaam voelt. Waarop ik niet al het zorgen alleen wil dragen. Ik weet niet of dat gemis ooit helemaal verdwijnt. Maar ik weet wel dat ik elk jaar meer slagkracht krijg, meer grip op hoe ik wil moederen en steeds meer praktijkervaring om op terug te vallen. En terwijl ik bouw aan dit nieuwe leven probeer ik te omarmen dat verandering daar deel van is. Net zoals er zonder herfst geen lente is.


(Omslagafbeelding: freepik)


Yorumlar


bottom of page