top of page
Yannice De Bruyn

Herfstgepruil

Een aantal jaar gelden las ik het boek Period Power van Maisie Hill. Ik leerde er mijn eigen lichaam op een heel andere manier door kennen. Mijn stemmingswisselingen, periodes van productiviteit en andere van gewoon lamlendig op de zetel willen liggen. Rage against the machine en dan weer vrolijk huppelend door een spreekwoordelijk bloemenveld. Waarom kwam ik dit pas te weten op mijn 28ste?

 

Soms lijk ik van de ene op de andere dag een heel ander persoon. Ondertussen weet ik dat dit hormonaal is. Het op en neer van progesteron en oestrogeen, als een grafiek van sinus en cosinus, bepaalt veel van mijn doen en laten. Niet dat ik het als excuus wil gebruiken wanneer ik een slechte dag heb, maar de enorme impact ervan helpt wel om te begrijpen waarom ik me voel zoals ik me voel. Ik heb er meer begrip door gekregen voor mezelf, en probeer nu mee te surfen op deze golven in plaats van me ertegen te verzetten of me schuldig te voelen wanneer ik in een dal zit. Tijdens mijn maandstonden moet ik rusten, en ik weet dat ik in de periode voor en na mijn ovulatie de beste mama ben die ik kan zijn.

 

Ik vind het jammer dat dit nog zo weinig geweten is. Er heerst nog steeds een cultuur waarin vrouwen worden uitgelachen met hun hormonen, er niet serieus om worden genomen, en waarin het ideaal een onveranderlijke persoonlijkheid ‘uit een stuk’ is. Schommelingen, door een flow gaan, wordt gezien als een zwakte. Maar da’s natuurlijk de wereld door een heel mannelijke blik. Zelf zie ik het ondertussen als mijn superkracht. De ene helft van de maand kan ik de wereld aan, de andere is het op muizenstapjes. Zo werk ik nu eenmaal. Met op en neer.

 

In Period Power vergelijkt de schrijver die hormonale flow met de jaargetijden. Op dag 1 van je maandstonden begint de winter, een periode van rust en naar binnen keren. Kort daarna beland je in de lente, een heropleving met meer speelse energie. De periode rond je ovulatie ben je het sociaalst en productiefst, net als in de zomer, en voor je weer gaat bloeden kom je in de pms-ige herfst terecht met een rothumeur en geen blad voor je mond (pun intended). Elk seizoen heeft zijn bijzonderheden, en je kan er niet zo gauw eentje overslaan zonder alles uit balans te brengen. Je kan niet even de winter skippen, net zomin als je altijd ‘aan’ kan staan.

 

Die connectie met de seizoenen heb ik altijd interessant gevonden. Meer nog, sinds ik dit boek las ben ik mezelf meer gaan observeren. Ben ik met meer aandacht gaan kijken naar het effect van de seizoenen op mijn gemoed. En het is vooral tijdens de overgangen – de lente, de herfst – dat de parallel het meest zichtbaar is. Zo voelt het begin van elke lente bijna als een openbreken, als een vlinder die zich uit de cocon wurmt: even onvermijdelijk als ongemakkelijk. En in de herfst is dat gewoel er weer, maar dan anders.

 

Met het vallen van de bladeren voel ik me tijdens mijn hele cyclus meer aan de pms-kant van het leven. Ik ben pissed en wil iedereen z’n vet geven, net als in mijn hormonale herfst, wanneer er niet genoeg oestrogeen is om overal doekjes om te winden. Dat oestrogeen, dat piekt bij je ovulatie, doet je lachen om flauwe grapjes en legt overal een laagje watten omheen. Het zorgt ervoor dat je minder zwaar tilt aan de zorglast, en dat is wat handig met jonge kinderen in huis.

 

Ook het leven kan je zien als vier seizoenen, met als de vier levensfases van de vrouw: maagd, moeder, feeks en crone. Met het aanbreken van de perimenopauze beland je in de herfst van je leven, en dan zie je toch vaak vrouwen zeggen: fuck it, nu kies ik voor mezelf. Dat hen dat niet altijd in dank wordt afgenomen blijkt al uit de benaming voor deze fase. Hill gebruikt het woord ‘hag’ – wat zoveel betekent als ‘lelijk oud wijf’, ‘heks’, ‘feeks’, ‘kol’ of ‘kreng’ – maar eigent het zich opnieuw toe als geuzennaam.

 

Voor wie later aan het moederschap begint is deze levensherfst soms een struggle, omdat je hormonen misschien al wel klaar zijn met al dat zorgen, maar je kinderen nog niet. Goed, daar ben ik zelf nog niet. Maar tijdens mijn hormonale herfst, en ook tijdens dit jaargetijde, heb ik wel datzelfde gevoel. Een onstilbare nood aan tijd voor mezelf. Laat mij eens allemaal met rust! Vorig jaar werd ik me er voor het eerst van bewust, tijdens de week vakantie die we in november namen. Ik schreef erover in mijn nieuwsbrief: de storm in een glas water van alles wat ik wilde (vooral lekker niksen) maar niet kon omdat de kindjes erbij waren.

 

Same shit, different place van zorgen en koken, een baby en een tegenstribbelende kleuter. Alles in het kader van de kinderen. We zaten in de natuur maar onze dochter wilde niet wandelen. Er was een sauna maar daar konden we niet lekker uithangen met z’n twee. Niets nieuws, en niets waar ik anders zo aan zou tillen, maar opeens baalde ik er helemaal van. En schuldig dat ik me daarover voelde. We konden op vakantie, er was zelfs een zwembad. Moest ik niet eens dringend wat dankbaarder zijn. Maar dat was ik dus niet.

 

En dat ben ik nu lekker ook niet. Nee, ik lijd aan wat ik ben gaan benoemen als The Big Sulk. Eens stevig pruilen. Ik mag nog zo veel van perspectief proberen wisselen als ik wil, op een moment als dit helpt dat niet. Waar het kan bouw ik meer tijd voor mezelf in, en dat doet deugd, maar lost het probleem niet op want het is nooit genoeg. Verzadigd geraak ik niet.


We gaan dit uitzitten. Veel mopperen en me weer verontschuldigen. Frustraties uitwerken op de fiets, af en toe een deur te hard dichtgooien en stampen op de trap. Je zou denken dat ik me heel verbonden voel met mijn opstandige peuter nu. Ik ga nog net niet op de grond liggen.

 

Maar net als elke herfststorm gaat ook deze wel weer liggen. En helemaal onproductief is het niet. Ik zoek ruzie met deadlines, met bestofte stapeltjes rommel, met de tuin, die dringend aan kant moest, en met stukjes die al lang op mijn ‘te schrijven’ lijstje staan. De herfst is een uitstekend moment om alles eens goed aan kant te krijgen.

Comments


bottom of page